In de eerste periode bij een nieuwe speltak, krijg je uitgebreid de tijd om elkaar en de leiding te leren kennen. Maar je leert ook veel over de inhoud van de speltak:

Wat is hier belangrijk?

Bijvoorbeeld bij de dolfijnen leer je pionieren (knopen met hout en touw), wat EHBO, koken en kanoën. En bij de zeeverkenners krijg je zeil theorie, leer je zeilen en koken op een zelfgemaakt vuur. Zo heeft iedere speltak z’n eigen specifieke dingen, die je als nieuweling onder de knie moet krijgen. Als je een aantal weken of maanden (dit wisselt per speltak) mee hebt gedraaid in de nieuwe speltak, dan word je geïnstalleerd. Dat wil zeggen dat je dan echt lid van de speltak wordt. De installatie is dan ook een feestelijke ceremonie, waar je ouders en broertjes/zusjes ook bij mogen zijn. In de periode vóór de installatie hoor je van je eigen leiding waar je de uniformblouse of –trui kunt kopen. Bij sommige speltakken krijg je tijdens de installatie insignes, die je op je blouse of trui moet naaien, en naambandjes die zeggen bij welke groep jij hoort. Ook krijg je officieel je groepsdas om. Vanaf dat moment hoor je er helemaal bij en heb je iedere opkomst dat uniform ook aan.

Overvliegen

Als leden van een groep te oud zijn geworden gaan ze ‘overvliegen’. De dolfijnen ‘vliegen dan over’ naar de zeeverkenners, de oudste verkenners  gaan dan naar de WiVa (Wilde vaart) en deze stromen weer door naar de Loodsen en soms ook naar de leiding. Dit ‘overvliegen’ is een Scouting eigen ceremonie, waarbij we op een leuke manier de kinderen van de ene speltak naar de andere laten gaan. Bijvoorbeeld per kabelbaan, per vlot, via een zeephelling, of net dat wat de leiding dat jaar weer bedacht heeft…. Meestal wordt het ‘overvliegen’ vooraf gegaan door een afwisselend programma, waarin voor alle kinderen van alle speltakken samen iets te beleven valt.