• Leeftijd:               11 tot en met 16 jaar
• Opkomst:             Elke zaterdag van 09.30 tot 12.30 uur**
• Contactpersoon:  teamleiding zeeverkenners 

**1 -1x in de maand vrijdagavond opkomst van 19.30 tot 22.30 uur.
**2 -Met zeilen kunnen andere tijden gelden i.v.m. weers (wind)omstandigheden.
**3 -Raadpleeg hiervoor het programma.

Zeeverkenners zijn de leeftijdsgroep van ± 11 tot ± 16 jaar. Ze leren wrikken, roeien en zeilen, waar ook diploma's voor gehaald kunnen worden. Met hun boten doen ze van alles, wedstrijdjes, maar ook allerlei spelletjes. Op deze manier krijgen ze de boot helemaal onder controle en leren samenwerken. Ook organiseren we regelmatig kampen samen met andere waterscouting groepen. Natuurlijk bestaat een opkomst in de winter niet alleen uit het onderhouden van het materiaal. We doen ook veel spelletjes buiten en binnen, die de enthousiaste leiding op het programma zet. Ook oefenen we met het knopen, pionieren we bouwwerken en geven we instructie in MBL. MBL (tegenwoordig gelijkwaardig aan het CWO-diploma Kielboot 2). 

Wanneer word je het...

Wat opvalt is dat de leeftijd van dolfijnen en zeeverkenners elkaar overlappen. Dit komt omdat zeeverkenners zelfstandiger moeten zijn, maar vooral omdat ze gaan varen op het Hollands Diep. Dit gaat onder allerlei voorwaarden die de veiligheid moeten garanderen. Eén van de voorwaarden is dat de kinderen het aan moeten kunnen. Ze moeten dus niet te bang zijn, niet te snel in paniek raken, kunnen luisteren en geen onvoorspelbaar gedrag hebben. Dit alles wordt uitsluitend beoordeeld door de groepsleiding. Sommige kinderen mogen dus op hun 11e zeeverkenner worden, anderen op hun 12e en heel soms een enkeling ook daarna nog niet.

Wat voeren ze uit

De zeeverkenners doen het grootste deel van hun activiteiten op het water. Zeilen en roeien zijn daarbij de belangrijkste programmaonderdelen in de zomer. In de winter moet het materiaal worden onderhouden, maar daarnaast wordt ook veel aandacht besteed aan de theoretische kennis van de zeeverkenners. Op deze manier kunnen de kinderen de in de winter geleerde theorie in de zomer in praktijk brengen. Dit lijkt misschien een beetje eentonig, maar zowel in de winter als in de zomer wordt er ook vaak in spelvorm gewerkt. Op deze manier leren de zeeverkenners het zeilen, roeien en wrikken spelenderwijs. Natuurlijk worden er bij veel groepen ook af en toe typische landactiviteiten gedaan, zoals hiken en pionieren. Hoewel de nadruk toch op het water ligt.

Bakken

Binnen de speltak zijn de zeeverkenners verdeeld in bakken. In groepjes van meestal 5 a 6 scouts zitten ze in een bak. Deze bak vormt de bemanning van een Lelievlet, waarbij de bootsman, ook wel boots genoemd, de leiding heeft en de kwartiermeester, ook wel kwartier genoemd, daarbij helpt. Bij een aantal groepen zijn er ook een of meer Opperbootsen of Wachtmeesters, vergelijkbaar in functie met Troepleiders.

Door het verdelen van een speltak in bakken, leren de zeeverkenners samen te werken en verantwoordelijkheid dragen. Immers ook op momenten dat er onenigheid is binnen de bak, zal de boots moeten zorgen dat de boot blijft varen. Juist omdat er bij de bootsman en kwartiermeester best wel veel verantwoording ligt, zijn de leeftijdsgrenzen van de speltak vaak naar boven aangepast.

Binnen de leiding is er één persoon eindverantwoordelijk, de Schipper, ook wel Teamleider genoemd. De overige leidinggevende is de stuurman.

De zeeverkenners gaan ook regelmatig op kamp. Ze doen bijvoorbeeld mee met Zeil-, roei- en wrikwedstrijden in de regio, een 14 of 24 uurs zeilrace, de Admiralencup of Kaagcup. Ook worden er soms kampen vanuit de regio georganiseerd. Elk jaar worden er ook de Landelijke Scouting Zeilwedstrijden (LSZW) gehouden.

De meeste groepen gaan ook elk jaar op zomerkamp. Meerdere dagen gaan ze dan ergens in een ander vaargebied dan gebruikelijk is, op kamp. Bij de ene groep is dit een lang weekend, maar bij sommige is het zelfs 2 weken. De meeste gaan ongeveer een week op kamp. Wie voor het eerst op kamp gaat, krijgt de Neptunusdoop.
Bij de zeeverkenners wordt er meestal in tenten geslapen.